By Martin Pesl
24.02.2021 / Falter
“In het slechtste geval spelen we een maand lang ‘Black Box’”, antwoordde de nieuwe directeur Kay Voges in oktober op de vraag wat ze zouden doen, als het Weense Volkstheater op 8 januari niet zou kunnen openen vanwege de lockdown. Nu spelen ze inderdaad een maand lang elk weekend “Black Box”, het “spookstuk voor 1 persoon” dat Stefan Kaegi van het collectief Rimini Protokoll tijdens de eerste lockdown ontwikkeld heeft, en nu voor het Volkstheater heeft aangepast.
Bij de nieuwe (en ruimtebesparende) garderobe onder de publiekstribune van het pas gerenoveerde theater krijgen de bezoekers een audiogids, waarmee ze met tussenpozen van vijf minuten individueel op pad worden gestuurd. Een zachte gps-stem en gekleurde markeringen op de deuren wijzen de weg naar alle verdiepingen en door bijna alle ruimten. In eenvoudige bewoordingen zou je “Black Box” kunnen omschrijven als een individuele rondleiding door een tot museum getransformeerd theater. Maar het is veel meer: op hun wandeling door het Volkstheater schrijven de bezoekers, gescheiden in tijd en ruimte en toch samen, hun eigen kleine toneelstuk.
Eerst hoor je, op plaatsen waar het publiek anders nooit komt, gesprekken tussen externe professionals en vaste medewerkers. Het hoofd van de kostuumafdeling legt haar werk uit aan een modeontwerper, de praktisch ingestelde technicus heeft geen tijd voor de diepzinnige gedachten van een filosofe over het thema licht: hij moet de schijnwerpers richten.
Zelfs over de airconditioning komt er informatie. Je krijgt ze van het hoofd van de technische dienst. Er hangt een vreemde geur in de ruimte waar de airco is ondergebracht. Is het wel oké dat je hier bent? Steels kijk je om je heen of er geen bordje met “verboden toegang” hangt. Vanaf het begin heb je het prikkelende gevoel dat iemand je volgt. Er is bijna niemand die zich niet meerdere keren omdraait tijdens de wandeling: zo echt klinken de voetstappen in de koptelefoon.
In het tweede deel van de anderhalf uur, na een ultrakorte sanitaire stop, omcirkel je en betreed je zelfs het centrale element van het theater: het podium. De rondleiding maakt van jou als bezoeker eerst zelf een ster, en uiteindelijk ook een fan van de anderen. “Geweldig optreden! Bravo!”, staat op een briefje dat ik in de Rode Bar vind. Wat ik op dat moment nog niet weet: iemand houdt me in de gaten terwijl ik het lees.
Dat “Black Box” informatief zou zijn, was te verwachten. Dat de rondleiding bovendien poëtisch en griezelig mooi is, maakt ze tot een hoogtepunt van het theaterjaar, nog voor dat überhaupt mocht beginnen.