By Kester Freriks
14.02.2017 / Theaterkrant
Mijn lichaam is ‘onberekenbaar’ zegt Maria-Cristina Hallwachs via een video vanuit Stuttgart in Zuid-Duitsland. En daarom kan ik ‘vanavond jammer genoeg niet op de Bühne in Amsterdam staan’. Hallwachs is sinds haar negentiende volledig verlamd en aangewezen tot een leven in een rolstoel. Ze kan die slechts bedienen met haar kin. Het uit Berlijn afkomstige gezelschap Rimini Protokoll maakt haar, in de regie van Helgard Haug en Daniel Wetzel, tot hoofdrolspeelster in de voorstelling Qualitätskontrolle. Ze is geen geschoold actrice, ze is een echt personage, echt in de zin van: haar levensverhaal is echt gebeurd.
Maar Hallwachs kon door haar broze gezondheid niet naar Amsterdam komen. Het gezelschap biedt de toeschouwers een alternatieve enscenering aan: het toeval wil dat er kort na de Berlijnse première in 2014 een hoorspel is gemaakt met, uiteraard, haar stem. Die klinkt in de Stadsschouwburg. Het decor staat er wel, een zwembad met helderwitte banen voor haar rolstoel. Muzikante Barbara Morgenstern zorgt voor live zang.
Op een videoscherm zien we ergens halverwege Maria-Cristina in haar rolstoel. Pas vanaf dat moment weten we concreet in welke aangrijpende omstandigheid zij zich bevindt. Misschien is het een teleurstelling een voorstelling te zien zonder actrice. Maar op wonderlijkbaarlijke wijze is de impact er niet minder om. Doordat we naar de kale bakstenen muren van de schouwburg kijken en ons helemaal kunnen concentreren op de tekst wint de uitvoering aan abstractie. De toeschouwer vult zijn eigen verhaal in, projecteert zijn eigen beelden. Het zou weleens een unicum kunnen zijn, een hoorspel in een theatrale enscenering.
Hallwachs is geboren, zoals ze zegt, in het jaar dat het WTC in New York openging en Pink Floyd het album The Dark Side of the Moon uitbracht. Op vakantie in Kreta dook ze nog even in het zwembad, maar aan de ondiepe kant van 50 cm. Het was een hartverscheurende klap. Haar vader heeft haar beademd, haar moeder gilde. Vanaf dat moment vertelt Hallwach over haar bestaan zwevend tussen leven en dood. Vooral de ethische vraagstukken die haar zwaar gehandicapt bestaan begeleiden, zijn van grote beklemming: is dit menswaardig? Een Commissie Ethiek bemoeit zich ermee, artsen, hulpverleners, kortom, de medische wereld. Een heldenrol is weggelegd voor haar vader die dwars door alle tegenwerking heen vecht voor het behoud van zijn dochter. Ook dat ze thuis mag komen wonen, na een grondige verbouwing, is aan de inzet van haar ouders te danken.
Qualitätskontrolle is meer dan alleen een echt gebeurd levensverhaal. De tekst van Haug en Wetzel is als een lang gedicht gecomponeerd, compleet met herhalingen, ritmische verschuivingen en treffend gekozen details. Wat opvalt is de ongebroken levenslust van Hallwach. Ze behandelt uiteenlopende thema’s als levenskwaliteit, het recht tot zelfbeschikking en zelfs haar kinderwens komt ter sprake. De risicofactor in haar omstandigheden is te groot. Dat zou weer levensbedreigend voor het kind zijn.
Zo grijpt dat ene moment van die sprong in het fataal ondiepe zwembad eindeloos door in haar leven, dat van haar ouders en zelfs voor haar eventueel toekomstige kind. Het onvoorstelbaar knappe van de regisseurs en van Maria-Cristina Hallwach zelf is dat de voorstelling zich op geen enkele manier van sentiment bedient. Bevrijdend voor zowel Hallwach als voor de toeschouwers is de vliegtocht die zij maakt, zwevend in een soort luchtbel hoog boven de grond. Een camera filmt haar; ze vliegt, ze is ontstegen aan alle beklemmende zwaarte. Dit bijna beeldloze theater raakt de toeschouwer diep.